V.1

De V.1 was een onbemand vliegtuigje dat gelanceerd kon worden via een katapultinstallatie of door een bommenwerper als de Heinkel He 111. Officieel heette het projectiel Fieseler Fi 103, maar zowel aan Duitse als geallieerde kant kreeg de V.1 verschillende bijnamen, zoals de flying bomb, de Kirschkern (kersenpit), Maikäfer (meikever) of Meteor. Die laatste naam had het te danken aan zijn grote snelheid, die 650 km/uur bedroeg.

Met een lengte van 7,9 meter en een spanwijdte van 5,3 meter deed de V.1 erg denken aan een echt vliegtuig. Het projectiel woog ruim 2 ton waarvan 847 kg explosieven. Bij het lanceren schatte men de afstand naar het doel grofweg in – nauwkeurigheid was geen vereiste. Op de neus zat een propellertje dat een teller aandreef, die dan op zijn beurt bepaalde wanneer deze afstand afgelegd was. De V.1 had een erg simpel geleidingssysteem. Het vliegtuigje beschikte over een automatische piloot gekoppeld aan een gyrokompas, waarmee de hoogte en snelheid konden worden geregeld. Oorspronkelijk was de maximale afstand van de V.1 240 km, maar later werd dit uitgebreid tot 420 km.

Gedurende de hele oorlog produceerde Duitsland zo’n 32.000 V.1’s, waarvan meer dan een derde richting België gelanceerd werd. Een totaal aantal slachtoffers valt moeilijk te berekenen, maar het moeten er verspreid over Europa ongeveer 11.000 zijn geweest. Dit aantal staat nog los van de doden die vielen onder de dwangarbeiders uit concentratiekampen als het Duitse Mittelbau-Dora, die in ondergrondse fabrieken V-wapens moesten bouwen.


Alle afbeeldingen en foto’s op deze pagina zijn afkomstig uit het Bombs Away B.V. archief.